Boek een geheel verzorgde voetbalreis naar AC Milan, zonder boekingskosten. Stel zelf je reis samen: kies de wedstrijd, vlucht, hotel en je zitplaats. Alles in één keer via dezelfde aanbieder, een geweldige en complete ervaring die je altijd zal bijblijven!
Na een mindere periode is AC Milan weer op weg naar de internationale top. De club beschikt over een enorme supportersschare die met hun gezang, spandoeken en vlaggen voor een geweldige sfeer zorgt. En dat allemaal in het geweldige San Siro, dat over enkele jaren toch echt tegen de vlakte gaat. Grijp je kans en geniet van de unieke ambiance in dit legendarische stadion zolang het nog kan!
Deze pagina geeft je alle informatie over je voetbalreis naar AC Milan. Lees alles over de clubgeschiedenis, leer de grote rivalen kennen en ontdek het San Siro stadion. Ook vind je hier alle praktische informatie voor je voetbalreis. Van de beste manier om het stadion te bereiken tot de populairste supporterscafé’s, de liederen die door de fans worden gezongen én de hoogtepunten van de stad zelf. Kortom: alles wat je moet weten voor jouw voetbalreis naar AC Milan!
AC Milan is wereldwijd een van de grootste en meest succesvolle voetbalclubs. Zeven keer waren de Milanezen de beste van Europa, drie keer werd de wereldbeker veroverd. Met name in de jaren ’80 en ’90 was de club onverslaanbaar, met dank aan de Nederlandse sterren Gullit, Rijkaard en Van Basten. Je leest hier alles over de geschiedenis van de club, het verhaal achter het logo en de clubkleuren en natuurlijk alles over de rivaliteit met aartsvijand Inter.
AC Milan werd in 1899 opgericht door Engelse expats. Dit verklaart de Engelse spelling van de naam: Milan in plaats van Milano. De club was meteen succesvol: al in 1901 werd AC Milan voor de eerste maal kampioen van Italië. Na nóg twee kampioenschappen volgde in 1908 een pijnlijke interne ruzie, waardoor een deel van de leden zich afscheidde en verder ging als Internazionale.
Hierna was het gedaan met de overwinningen van de Rossoneri. Terwijl Inter in de jaren hierna nog enkele malen de landstitel greep, zakte AC Milan af naar de grauwe middenmoot. Pas ná de tweede Wereldoorlog kwamen er weer successen. In de jaren zestig volgden de eerste grote internationale triomfen: zowel in 1963 als in 1969 werd de Europacup 1 gewonnen.
In de jaren zeventig en tachtig ging het snel minder met de grootmacht. In 1980 werd AC Milan zelfs beschuldigd van omkoping en teruggezet naar de Serie B. De Milanezen werden meteen kampioen, maar degradeerden een jaar later wederom. Langzaam krabbelde de club weer op, maar zonder opzienbarende resultaten. Toen AC Milan zich in 1985 eindelijk weer plaatste voor Europees voetbal, werd het in de UEFA Cup geklopt door het nietige FC Waregem. Een faillissement leek onafwendbaar.
In 1986 volgde de grote ommekeer. Mediamagnaat Silvio Berlusconi kocht de club en haalde Frank Rijkaard, Ruud Gullit en Marco van Basten binnen. Aan de hand van de ‘tre tulpani’ beleefde AC Milan zijn gouden periode. In 1989 en 1990 werd de club de beste van Europa én van de Wereld. Ook de Europese Supercup werd gewonnen, net als driemaal de landstitel.
Na het vertrek van de Nederlanders was het grotendeels gedaan met de hegemonie van Milan in Europa. In 2007 werd nog een keer de Champions League en Wereldbeker gewonnen. Daarna ging het echter snel bergafwaarts, en beleefde de club een donkere periode. Het dieptepunt was wel de 10e plek in 2015.
Inmiddels is het Amerikaanse hedgefonds Elliott de nieuwe eigenaar. Aan de hand van deze investeerder heeft de Italiaanse grootmacht eindelijk de weg omhoog gevonden. In 2021 wist Milan weer mee te strijden om de titel en werd het uiteindelijk 2e in de Serie A. Daarmee plaatste het zich na acht jaar eindelijk weer voor de Champions League.
Het logo van AC Milan is door de jaren heen nooit veel veranderd. Het wapen zoals we dat nu kennen stamt uit 1998. Het logo heeft een ovalen vorm met bovenaan de initialen van de club, ‘ACM’ (Associazione Calcio Milan). Onderaan het logo staat met 1899 het oprichtingsjaar vermeld.
In het midden vinden we een cirkel met twee verschillende wapens. Links de rood-zwarte clubkleuren van AC Milan, rechts vind je een rood kruis op een witte achtergrond. Over dit wapen bestaat een hardnekkig misverstand. Volgens velen zou dit de Engelse vlag zijn, omdat de club werd opgericht door een Engelsman: Herbert Kipling. Het gaat hier echter niet om het Engelse Sint-Joriskruis, maar om het kruis van Sint Ambrosius. Sint Ambrosius was de bisschop van Milaan van 374 tot 397 en beschermheilige van de stad. Zijn vlag werd in 1045 als wapen aangenomen door de gemeente Milaan. Het rood vertegenwoordigt de aristocraten, het wit vertegenwoordigt de arbeidersklasse; en dit embleem toont de eenheid tussen hen.
Al sinds de oprichting speelt AC Milan in het zwart en rood. Toen Herbert Kipling de club op 16 december 1899 oprichtte, meldde hij: ‘Our colours will be red like fire and black to invoke fear in our opponents.’ De rode kleur wordt gezien als het vurige enthousiasme van de eigen spelers, het zwart om de tegenstander angst aan te jagen. Nog steeds speelt de club in een rood-zwart gestreept shirt, witte broek en zwarte sokken. Aan deze kleuren heeft de club ook zijn bijnaam te danken, ‘Rossoneri’ (de rood-zwarten).
AC Milan is de meest succesvolle Italiaanse club, en dat is te zien aan de goed gevulde prijzenkast. De club won achttien keer de landstitel, vijf keer de beker, zeven keer de supercup en ook nog twee keer de titel in de Serie B. Nóg indrukwekkender zijn de internationale successen: zeven keer de Champions League, drie keer de Wereldbeker voor clubteams, het WK voor clubs, twee keer de Europacup 2 en vijf keer de Europese Supercup. De enige beker die ontbreekt is die van de UEFA Cup/Europa League.
De wedstrijd van het jaar is natuurlijk de Derby della Madonnina met stadsgenoot Inter. De derby dankt zijn naam aan het gouden beeld van de Maagd Maria op de torenspits van de Milanese Duomo. De vijandschap tussen beiden bestaat al sinds 1908. Toen ontstonden er binnen AC Milan problemen over de vraag of men niet-Italiaanse spelers moest toelaten tot de club. Het merendeel stemde tegen, waarna een tweede groep zich afscheidde en vervolgens door het leven ging als Inter. Een felle concurrentiestrijd was geboren. De Milanese derby is de enige wedstrijd in Europa tussen twee clubs uit dezelfde stad die beiden de Champions League wonnen. Ook wordt er met San Siro een stadion gedeeld. Het zorgt voor een enorme vijandigheid, en voor supporters is er niets mooier dan zich ‘de beste van de stad’ te mogen noemen na het winnen van de tweestrijd.
Daarnaast is er ook sprake van ‘Il derby dei Campioni’, oftewel die tussen de meest succesvolle Italiaanse clubs. We hebben het dan natuurlijk over AC Milan vs. Juventus, een strijd die de laatste decennia behoorlijk is opgelaaid na de grote hegemonie van Juventus.
Het stadion waarin zowel AC Milan als Inter om de week hun wedstrijden spelen, heet officieel Stadio Giuseppe Meazza, ter nagedachtenis aan de voetballer die voor zowel Inter als AC Milan speelde. Maar omdat Meazza vooral grote successen boekte bij Inter zul je een AC Milan-supporter deze naam nooit horen gebruiken. Het is en blijft San Siro, naar de wijk waarin het stadion ligt.
In de beginjaren speelde AC Milan op verschillende terreinen, totdat in 1924, op kosten van voorzitter Piero Pirelli, met de bouw van een nieuw stadion werd begonnen. San Siro werd het eerste Italiaanse stadion dat alleen voor voetbalwedstrijden gebouwd werd, en daarom geen atletiekbaan om het veld had liggen. In 1925 werd het stadion geopend met een wedstrijd tussen AC Milan en Inter, die door de gasten met 3-6 werd gewonnen. Tot aan de tweede wereldoorlog speelde AC Milan als enige in San Siro; pas in 1947 verhuisde ook Inter naar het stadion.
In 1955 volgde de bouw van een tweede ring op het stadion, waardoor de capaciteit steeg naar 60.000 plaatsen. Ook voor het WK 1990, dat in Italië werd georganiseerd, werd San Siro grondig gerenoveerd. Zo werd er een derde ring gebouwd en steeg het aantal plaatsen naar 85.700. Na nog enkele kleinere renovaties heeft San Siro momenteel 75.923 zitplaatsen en is daarmee het grootste stadion van Italië. Het was gastheer voor twee WK’s (1934 en 1990), één EK (1980) en vier Europacupfinales. Zo won Feyenoord in dit stadion als eerste Nederlandse club de Europa Cup 1.
Helaas dreigt het iconische stadion op korte termijn te verdwijnen. Het plan is dat San Siro na de Olympische Winterspelen van 2026 wordt gesloopt. In plaats daarvan moet een nieuw stadion worden gebouwd met 60.000 zitplaatsen. Voor het eerst trekken supporters van AC en Inter gezamenlijk ten strijde, met als inzet de renovatie van San Siro in plaats van nieuwbouw. Die strijd is voorlopig nog niet gestreden.
Het stadion ligt in de wijk San Siro, op zes kilometer van het stadscentrum. De voetbaltempel is eenvoudig te bereiken met het openbaar vervoer.
De metro is de beste optie. Lijn 5 (de paarse lijn) stopt vlak voor de deur van het stadion, op de gelijknamige halte San Siro Stadio. Je kunt ook lijn 1 nemen en uitstappen bij station Lotto. Vanaf hier wandel je in tien minuten naar het stadion.
Ook met de tram kun je bij het stadion komen. Neem vanaf het centrum van de stad lijn 16 (Monte Velino – San Siro Stadio) naar de halte Piazzale Axum. Deze bevindt zich tegenover het stadion.
Verder zijn er ook diverse bussen die bij het stadion komen.
Tenslotte kun je ook de taxi nemen. Voor de rit vanuit het centrum moet je rekenen op een prijs tussen de €20 en €25.
Adresgegevens San Siro Stadion
Piazzale Angelo Moratti
20151 Milano
Zoals je op de plattegrond ziet heeft San Siro vier verschillende zijden.
Rosso stand (rood) is de hoofdtribune aan de westkant van het stadion. Hier bevinden zich de spelerstunnel en dug-outs, evenals de vakken A-Z, X01-X03, Y01-Y02, J01-J03, K01-K02, 221 t/m 238 en 319 t/m 342. Op de eerste ring vind je de Premium Skybox-stoelen en Executive lounges.
Arancio stand (oranje): langs de oostzijde van het veld, met de sectoren 149 t/m 172 (eerste ring) en 255 t/m 276 (tweede ring). Dit is de enige zijde van het stadion met slechts twee ringen.
Curva Nord (groen): achter het Noorddoel van het stadion.
Hier bevinden zich: sectoren 137 t/m 148 (1e ring), 239 t/m 254 (2e ring) én 343 t/m 360 (3e ring). Dit is tijdens de thuiswedstrijden van Inter de plek waar de fanatieke fans zich verzamelen. Bij de thuiswedstrijden van AC Milan bevindt zich op de derde ring het vak voor de uitsupporters.
Curva Sud (blauw): achter het doel aan de zuidkant van het stadion.
Hier vind je de vakken 101 t/m 112, 201 t/m 220 en 301 t/m 318.
Op de tweede ring van deze tribune bevinden zich de fanatieke fans van AC Milan.
Natuurlijk is je voetbalreis niet compleet zonder een rondleiding in het iconische San Siro. Daarnaast kun je ook nog een bezoek brengen aan het AC Milan museum elders in de stad. Beiden zijn absoluut aan te raden!
Dagelijks kun je van 09.30 tot 17.00 terecht in San Siro voor een indrukwekkende tour.
In kleine groepen krijg je uitleg van een gids, waarbij je begint in het San Siro Museum. Hier vind je zowel de hoogtepunten van AC Milan als van Inter. Zo zie je de originele shirts van de grootste spelers die voor de Milanese clubs hebben gespeeld. Vervolgens bezoek je de kleedkamers van zowel AC Milan als Inter, loopt door de spelerstunnel en neemt plaats op de tribune en in de dug-out.
Het is zeker aan te raden om online te reserveren, want anders is de kans groot dat je achter het net vist. Volwassenen betalen €20, kinderen €13 en kinderen tot 6 jaar mogen gratis naar binnen.
Naast het San Siro Museum beschikt AC Milan zelf ook over een eigen museum, zo’n vijf kilometer buiten het stadscentrum. Als Milan-fan mag je dit 1000m² grote museum absoluut niet missen! Hier vind je namelijk de unieke trofeeënkamer, waar maar liefst 42 bekers worden tentoongesteld. Daaronder natuurlijk de zeven Europa Cup 1/Champions League bekers, de drie Wereldbekers, en vijf Europese Supercups. Op diverse schermen worden de hoogtepunten van de club getoond, terwijl je in tientallen vitrines unieke historische memorabilia kunt zien.
Het museum is geopend van vrijdag tot en met maandag van 10.00 tot 19.00. De toegang is €15, onder de veertien jaar betaal je €12 en kinderen onder de zeven jaar hebben gratis toegang.
Het museum bevindt zich op Via Aldo Rossi 8.
De rode metrolijn stopt vlakbij (halte Lotto), net als de paarse lijn (halte Portello).
Ook de buslijnen 48, 68 en 69 stoppen vlakbij het museum.
Om alles uit je trip naar AC Milan te halen is wel enige voorbereiding vereist. Je wilt natuurlijk goed voor de dag komen. Wij vertellen je welke clubliederen je moet kennen om met de Milan-fans mee te kunnen zingen. Ook lees je welke café’s en restaurants favoriet zijn bij de echte supporters.
Italianen en zang, ze zijn onmiskenbaar met elkaar verbonden. Op de tribunes is dat niet anders. In de stadions wordt door de fanatieke supporters negentig minuten lang gezongen om het team te steunen. De supporters van AC Milan zijn geliefd en gevreesd om hun enorme passie tijdens de wedstrijd. Al meerdere malen hebben zij het team over een dood punt geholpen met hun chants. Er bestaan dan ook tientallen liederen die tijdens een wedstrijd ten gehore worden gebracht.
Tijdens de lockdown, waarin er geen fans in het stadion aanwezig waren, konden de fans thuis de meest populaire chants inzingen en opsturen naar de club. Deze bracht alle stemmen samen en liet deze opname tijdens de duels door het lege San Siro schallen. Want voetbal zonder gezang is in Italië gewoon ondenkbaar…
De fans van AC Milan staan bekend om hun gepassioneerde en levendige liedjes tijdens wedstrijden. Enkele populaire liedjes die door hen worden gezongen zijn:
Forza Milan: Een eenvoudige en krachtige lied, simpelweg “Forza Milan” om steun te betuigen en het team aan te moedige.
Non ti lasceremo mai: Vertaald als “We zullen je nooit verlaten,” weerspiegelt dit gezang de onwankelbare steun van de fans voor hun team, vaak begeleid door het ritmische “Alé Milan Alé.
Oh il Milan lalala: Een aanstekelijk en melodisch lied dat gemakkelijk herkenbaar is met de herhalende “Oh Il Milan Lalala.
Chi non salta: Dit lied, wat vertaalt naar “Wie niet springt,” is een gebruikelijk type lied in het Italiaanse voetbal, typisch gebruikt om het publiek in een springbeweging te verenigen.
Fossa leoni armati: Dit lied, “Leoni Milano,” verwijst naar Milan als leeuwen, wat hun kracht en macht op het veld symboliseert.
O mia bela Madunina: Dit lied wordt beschouwd als een van de meest representatieve gezangen van Milaan, gezongen door de fans. Het toont de diepe culturele en emotionele verbinding die de supporters hebben met de stad en het team.
Alè Milan alè: Een lied om het team te laten weten dat de supporters er zijn om hen te steunen, waarbij de spelers worden aangemoedigd en eenheid onder de fans wordt getoond.
Het clublied van AC Milan, “Inno AC Milan”, brengt fans meteen in de voetbalsfeer! Het lied doet denken aan spannende wedstrijden in het San Siro stadion, met vlaggenzwaaiende fans en voetbalsterren in actie. Het is een echte sfeermaker voor Milan-supporters!
Sinds 2006 is Milanello de mascotte van AC Milan. Het is een kleine rode duivel die werd ontwikkeld door Warner Bros. Zijn grimmige glimlach laat zien dat AC Milan niet aarzelt om zijn tegenstander te vernederen, maar altijd op een sportieve manier. Voor het beginsignaal vermaakt hij het publiek in San Siro. Hij is natuurlijk vernoemd naar het beroemde trainingscomplex van de club.
Van 1984 tot 1989 was Pietro Paolo Virdis de spits van AC Milan. De besnorde goalgetter speelde 135 duels voor Milan in de Serie A, werd Italiaans topscorer in 1987 en won in 1989 samen met Rijkaard, van Basten en Gullit de Europa Cup 1. Tegenwoordig heeft hij samen met zijn vrouw een eigen restaurant, dat gespecialiseerd is in Sardinische en Zuid-Italiaanse gerechten. Ook serveert hij uitstekende wijnen. Lijkt het je wel wat om bediend te worden door een oud-vedette van Juventus en AC Milan, reis dan naar de Via Piero della Francesca. Neem metrolijn 5 en stap uit bij station Gerusalemme, of neem tram 19.
Op de Via Frederico Tesio 15, slechts vijf minuten lopen van het San Siro stadion, vind je de beste optie voor een prima maaltijd. Zit je bij het raam, dan heb je een mooi uitzicht op het stadion. De recensies zijn zonder uitzondering lyrisch. Vooral de visgerechten zijn van topkwaliteit; de prijzen daarentegen bescheiden. De openingstijden zijn dagelijks van 12.00 tot 14.30 en van 19.00 tot 23.00.
Op de Via Curtatone 5, dicht bij metrostation Crocetta, zit deze pub met een Engelse uitstraling. De muren zijn volledig bedekt met voetbalparafernalia. Voetbalwedstrijden worden live uitgezonden op grote schermen. Tijdens het kijken kun je genieten van diverse soorten tapbier, patat, chicken wings, nacho’s en andere klassiekers. Geopend tot 01.30.
Wereldstad Milaan biedt op alle vlakken een topervaring. Prachtige kerken, parken en musea, authentieke wijken en natuurlijk geweldig eten. Kortom, genoeg vertier om dagenlang in deze stad te verblijven. Probeer tijdens je voetbalreis in elk geval de volgende attracties niet te missen.
Op een kilometer afstand van de Duomo vind je dit geweldige kasteel. Onder anderen Leonardo da Vinci werd ingeschakeld om dit kasteel te verfraaien. Je kunt gratis uren ronddwalen in de rustgevende tuinen met zijn fontein en vijver. In het kasteel zitten diverse musea, die je voor een schamele totaalprijs van €7 kunt bezoeken. Metro 1 stopt er voor de poort (halte Cairoli Castello).
Op slechts 300 meter van de Duomo ligt deze bizarre katholieke kerk. Het herbergt namelijk een lugubere kapel waarvan de wanden zijn bedekt met duizenden menselijke botten en schedels. Deurkozijnen zijn er versierd met dijbenen en ellepijpen. De reden van deze vreemde kunst is dat men in de 13e eeuw geen plaats meer had op de begraafplaats om alle overledenen een plek te geven.
De Duomo van Milaan is hét icoon van de stad. Let vooral op het gouden beeld van de Maagd Maria op de torenspits. Hieraan heeft de titanenstrijd tussen AC Milan en Inter zijn naam ‘Derby della Madonnina’ te danken. Het hoogtepunt vormt een bezoek aan het dak, waar je een geweldig uitzicht over de stad hebt. De toegang bedraagt €5. Voor een bezoek aan het dak betaal je €15 voor de trap en €20 voor een tochtje met de lift. Houd er rekening mee dat je niet binnen komt in korte broek of t-shirt. ‘s Ochtends is het een stuk minder druk dan in de middag.
Deze kerk met bijbehorend klooster staat op de Unesco Werelderfgoedlijst.
Dat komt natuurlijk door de wereldberoemde muurschildering die hier aanwezig is, ‘Het Laatste Avondmaal’ van Leonardo Da Vinci. Om deze absolute must-see te bezoeken is het echt nodig om van tevoren te reserveren. Elk kwartier mogen slechts 26 mensen de ruimte met de schildering bezoeken